Bodemvondst Middelburg/Aardenburg, Filip Behiels.
Schildvormige (kasteel) penning.
De juiste functie van deze penning is niet gekend.
Materiaal: Lood.
Massa: 3,63 gram.
Afmetingen: 15 mm. x 13,2 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Brugge of Middelburg.
Datering: z.j. Midden 15é eeuw.
Voorzijde: Gelegen op een schildvormig veld.
De gotische letter M
Middelburg.
Onder de letter,het Romeinse cijfer X
Voor waardebepaling van tien denier (?)
Keerzijde: Blanco.
Lit.: Marc Martens, Pieter Bladelin en Middelburg in Vlaanderen (1994).
Marc Martens, bijdragen in de Heemkundige kring, het Ambacht Maldegem jaargangen 1992-2017.
Daar deze penning in de regio van het kasteel van Middelburg werd gevonden, kan men deze toewijzen aan de gestichte stad Middelburg (België, niet te verwarren met het Zeeuwse Middelburg).
Pieter Bladelin (°Brugge 1408 † Middelburg 1472) verwierf het "Hof Te Heyle" (Middelburg) in 1433, in 1444 werd het Hof "Ter Middelburg" verheven tot heerlijkheid door Filips de Goede. En stichte in 1444 zijn eigen stad met bijhorend kasteel, kerk, gasthuis, klooster enz..
De nieuwe stad had zelfs een kanaal (de Lieve) dat de stad verbond met Brugge, Damme en Gent, en een verbinding had met de zee, via het "Lapscheurse Gat".
Bladelin betrekt zijn nieuwe burcht in 1451, samen met zijn echtgenote Margaretha van de Vagheviere (°Brugge 1414 † Middelburg 1476).
Pieter Bladelin was destijds een rijke en een van de machtigste persoon van de regio Brugge en omgeving.
En was o.a. Eerste Conseilhere/raadgever van Filips de Goede, Algemeen Beheerder of "Majordomus" (schatbewaarder) van alle hertogelijke bezittingen, en Tresorier van de ridderorde het "Gulden Vlies" in het Prinsenhof te Brugge.
Gedurende de eerste 100 jaar, beleefde de stad gouden tijden.
Hij verwelkomde zelfs Karel de Stoute, Margaretha van York en Maria van Bourgondië in zijn eigen stad voor een paar weken in juni 1470.
Vanaf 1488 krijgt het kasteel en de stad, diverse belegeringen en aanvallen te verduren. Ook de geuzenplundering van 1572, doet de stad geen goed, en geraakt in verval. Tijdens deze 80-jarige oorlog (1568-1648) staat de stad in de frontlinie van de gevechten tussen de Noordelijke Nederlanden en de Spanjaarden.
Stad en kasteel werden begin XVIIe eeuw, aan de toenmalig eisen, met betrekking tot gevechtsvoering ruim aangepast, om aan de modernere vuurwapens te kunnen weestaan. Tijdens de godsdienst-oorlogen en later bij de Spaanse successieoorlog (begin XVIIIe eeuw) heeft het kasteel veel aanvallen moeten doorstaan. Kort erna verdwijnt wat nog restte van het kasteel.
De kasteelsite werd in de periode 2001-2004 archeologisch onderzocht, en vond men een aantal verweerde loden schildvormige plaatjes in de slotgracht.
Er is bekend dat Pieter Bladelin, penningen liet gieten voor uitkering aan het werkvolk, die werkzaam was aan de bouw van het kasteel.
Mogelijks betreft deze penning, een penning die bij inlevering uitbetaald werd in gangbaar geld of natura voor geleverde werken aan de burcht- en of andere bouwwerken. Vermoedelijk werden deze penningen vervaardigd binnen de stadsmuren van Middelburg, daar er veel diverse ambachtslui waren tewerkgesteld voor de opbouw van het kasteel en de kerk.
Steenhouwers / Rijksappel.
Bodemvondst Middelburg (B), © RAAP (Gill Thomas)
Penning Steenhouwers (?) Rijksappel.
De juiste functie, datering en aanmaakplaats van
deze penning is niet gekend.
Materiaal: Tin legering.
Bewerking: Gegoten.
Massa: 4,55 gram.
Diameter: Ø 23,3 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Onbekend.
Datering: z.j. Ca.1444-1451
Voorzijde: Binnen een gearceerde buitenbaan en
gearceerde binnenbaan.
Die een anepigrafisch schrift voorstelt.
Een steenhouwershamer (?).
Keerzijde: Binnen een gearceerde buitenbaan en
gearceerde binnenbaan.
Die een anepigrafisch schrift voorstelt.
Een rijksappel/Globus cuciger, getopt met een kruis.
Aan het kruis, een vaan naar rechts.
De rijksappel, geflankeerd met drie punten/bolletjes.
Centraal, een passer punt.
Lit.: Marc Martens, Pieter Bladelin en Middelburg in
Vlaanderen (1994).
Marc Martens, bijdragen in de Heemkundige kring,
het Ambacht Maldegem jaargangen 1992-2017.
Daar deze penning in de regio van het kasteel van Middelburg werd gevonden, kan men deze toewijzen aan de gestichte stad Middelburg (België, niet te verwarren met het Zeeuwse Middelburg).
Pieter Bladelin (°Brugge 1408 † Middelburg 1472) verwierf het "Hof Te Heyle" (Middelburg) in 1433, in 1444 werd het Hof "Ter Middelburg" verheven tot heerlijkheid door Filips de Goede. En stichtte in 1444 zijn eigen stad met bijhorend kasteel, kerk, gasthuis, klooster enz..
De nieuwe stad had zelfs een kanaal (de Lieve) dat de stad verbond met Brugge, Damme en Gent, en een verbinding had met de zee, via het "Lapscheurse Gat".
Bladelin betrekt zijn nieuwe burcht in 1451, samen met zijn echtgenote Margaretha van de Vagheviere (°Brugge 1414 † Middelburg 1476).
Pieter Bladelin was destijds een rijke en een van de machtigste persoon van de regio Brugge en omgeving.
En was o.a. Eerste Conseilhere/raadgever van Filips de Goede, Algemeen Beheerder of "Majordomus" (schatbewaarder) van alle hertogelijke bezittingen, en Tresorier van de ridderorde het "Gulden Vlies" in het Prinsenhof te Brugge.
Gedurende de eerste 100 jaar, beleefde de stad gouden tijden.
Hij verwelkomde zelfs Karel de Stoute, Margaretha van York en Maria van Bourgondië in zijn eigen stad voor een paar weken in juni 1470.
Vanaf 1488 krijgt het kasteel en de stad, diverse belegeringen en aanvallen te verduren. Ook de geuzenplundering van 1572, doet de stad geen goed, en geraakt in verval. Tijdens deze 80-jarige oorlog (1568-1648) staat de stad in de frontlinie van de gevechten tussen de Noordelijke Nederlanden en de Spanjaarden.
Stad en kasteel werden begin XVIIe eeuw, aan de toenmalig eisen, met betrekking tot gevechtsvoering ruim aangepast, om aan de modernere vuurwapens te kunnen weerstaan. Tijdens de godsdienst-oorlogen en later bij de Spaanse successieoorlog (begin XVIIIe eeuw) heeft het kasteel veel aanvallen moeten doorstaan. Kort erna verdwijnt wat nog restte van het kasteel.
De kasteelsite werd in de periode 2001-2004 archeologisch onderzocht.
Er is bekend dat Pieter Bladelin, penningen liet gieten voor uitkering aan het werkvolk, die werkzaam was aan de bouw van het kasteel.
Mogelijks betreft deze penning, een penning die bij inlevering uitbetaald werd in gangbaar geld of natura voor geleverde werken aan de burcht- en of andere bouwwerken. Vermoedelijk werden deze penningen vervaardigd binnen de stadsmuren van Middelburg, daar er veel diverse ambachtslui waren tewerkgesteld voor de opbouw van het kasteel en de kerk.
__________________________________________
Deel deze pagina